Zoen en vroemzones

02 Februari 2015

We hebben het totaalpakket gesteund, maar blijven kritisch voor bepaalde keuzes! Op bepaalde plaatsen kiest het stadsbestuur niet voor de veiligheid van de zwakke weggebruiker, hoewel ze claimt dit overal te doen…   

We stemmen vandaag een gemeenteraadbeslissing die begint met  volgende zin “Overwegende dat de stad zich inzet op een betere mobiliteit voor de zwakke weggebruiker”. Je kan  dus in principe niet tegen de invoering zijn van maatregelen die de verkeersveiligheid van de zwakke weggebruiker en in dit geval  kinderen verhoogt.  Zo zal een zoen- en vroemzone aan de sporthal zeker zijn meerwaarde bewijzen.

Maar collega’s, een zoen- en vroemzone is geen mirakeloplossing voor alle mobiliteitsproblemen en is niet altijd noodzakelijk of nuttig.  Een zoen- en vroemzone is enkel wenselijk aan lagere scholen of op plaatsen met hoge parkeerdruk. Als de meeste leerlingen in de buurt wonen, dan betekent een zoen- en vroemzone  voor hen een stimulans om toch met de auto te komen, terwijl ze makkelijk een ander vervoermiddel zoals de fiets kunnen gebruiken. Dit zijn niet mijn woorden maar wel deze van het  Belgisch Instituut Voor Verkeersveiligheid. Naast de verkeersveiligheid verhogen is het ook de taak van een stadsbestuur om het fietsgebruik te stimuleren.  Wij merken voorlopig  geen autobeperkende maatregelen binnen Torhout.  Wil men echt de veiligheid van voetgangers en fietsers verhogen moet men eerst de overmacht van auto’s aan banden leggen.

Laat ons nu even  de zoen- en vroemzone en de bijhorende verkeersituatie in de Pastoriestraat in Don Bosco van naderbij bekijken. Ik lees in het verslag van het dagelijks bestuur van de verkeerscommissie dat de proefopstelling gunstig is geëvalueerd. Als ik deze evaluatie wil opvragen krijg ik te horen dat er blijkbaar tot op heden nog geen formele evaluatie is gebeurd.  Graag had ik toch een zicht gekregen welke punten er geëvalueerd worden of zullen worden en wat de criteria hiervoor zijn. En wie wordt of zal er bij deze evaluatie betrokken zijn?  

Er is dus geen formele evaluatie gebeurd maar toch vraagt de verkeerscommissie op 27 augustus  2014 om een plan voor de definitieve aanleg van de Pastoriestraat. Bij navraag, vorige week, is een definitieve omzetting van de proefopstelling (met het eenrichtingsverkeer niet of nog niet aan de orde) en staat die ook los van dit dossier dat vandaag op tafel ligt.  Het betreft momenteel  dus enkel  het kleuren van het wegdek.  Wat gebeurt er met het eenrichtingsverkeer en wat wordt er bijgevolg in de toekomst gedaan met de slordige plastieken wegmarkering die op zijn plaats ligt met gescheurde zandzakken? Nu is het de uitgelezen kans om te kijken naar het totaalplaatje. Dagelijks kom ik minstens 2 maal met de fiets bij deze school. Ik stel inderdaad zelf vast dat er beterschap is qua mobiliteit door het invoeren van de eenrichtingsstraat. Er zijn ook minder mensen die oprijden op de kleine parking nabij de school.  Maar dagelijks stel ik ook vast dat er mensen zijn die deze zoen- en vroemzone gebruiken als kortparkeerzone, met uitzondering van de momenten als er een politieagent staat.

Het is duidelijk dat niet alle problemen inzake mobiliteit en verkeersveiligheid daarmee van de baan zijn. Zoals reeds gezegd concludeert het  BIVV dat er op plaatsen waar de parkeerdruk beperkt is en waar de ouders vlakbij de school kunnen parkeren, geen zoen- en vroemzone nodig is.  Door hier een zoen- en vroemzone te introduceren, laat je net toe dat de auto’s tot bij de voordeur van de school kunnen rijden. Toch contradictorisch met de zin waarmee ik deze tussenkomst gestart ben: “Overwegende dat de stad zich inzet op een betere mobiliteit voor de zwakke weggebruiker” Als er één lagere school is waar er voldoende parkeerplaatsen zijn in de nabijheid van de school is het wel op Don Bosco. Er is dus zeker geen sprake van een hoge parkeerdruk. Het kan dus volgens ons anders, het kan beter. 

Als stadsbestuur kan je ook het voorbeeld volgen van andere gemeentes en kiezen voor een schoolstraat ivp het huidige eenrichtingsverkeer. Je kan het gemotoriseerd verkeer weren tijdens bepaalde tijdstippen. Op die manier creëer je meer ruimte voor de kinderen  en verhoog je  resoluut de veiligheid aan de schoolpoort. Het oudercomité en de school zullen de nog hogere verkeersveiligheid enkel maar toejuichen. Als ik mij niet vergis, zijn ze zelfs vragende partij. Het zou trouwens ook de veiligheid voor de kinderen van de Jabedabedoe verhogen die vaak naar het speelpleintje gaan.

Durf als stadsbestuur dus verder denken en op bepaalde plaatsen de fietsers boven de auto’s te plaatsen.  

Jullie zouden jullie eigen prioriteit “het verhogen van veiligheid van de zwakke weggebruikers “  pas echt alle eer aandoen.   Ik citeer hier dan ook graag een hoopvol besluit uit het verslag van de verkeerscommissie naar aanleiding van het advies van de jeugdraad over fietsveiligheid.   “de  stad is steeds gebaad met de meest veilige oplossing en zal daar uiteraard ook steeds voor opteren” . Na deze mooie woorden nu graag de daden.  Maar als ik op de jeugdraad naar aanleiding van ditzelfde advies de schepen van jeugd de volgende woorden van onze burgemeester hoor citeren: “er verdwijnen geen parkeerplaatsen in functie van de fietsveiligheid” dan is het duidelijk dat er nog heel wat werk aan de winkel is in Torhout en dat de visie van het  stadsbestuur of toch van enkele personen binnen dit bestuur niet strookt met de onze en met het STOP-principe.  Ik eindig dat ook met de cynische woorden:  Leve de auto, Leve, lang leve Torhout!